direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Brouwersmolen herziening 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1352-vas1

TOELICHTING

behorende bij het bestemmingsplan Brouwersmolen herziening 1

1 INLEIDING

Voor bedrijventerrein Brouwersmolen geldt het op 30 mei 2013 door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan 'Brouwersmolen'. Voor de percelen Laan van Westenenk 4, 6 en 8, welke deel uitmaken van Brouwersmolen, is een nieuw bestemmingsplan in procedure. Dit nieuwe bestemmingsplan 'Laan van Westenenk 4-8' herziet de bestemming Bedrijventerrein I naar bestemmingen welke de vestiging van een sportcampus toelaat.

Om een zorgvuldige inpassing van de sportcampus in de omgeving te borgen dient niet alleen de bestemming ter plaatse van de percelen Laan van Westenenk 4, 6 en 8 herzien te worden. Dit vraagt ook een herziening van het bestemmingsplan Brouwersmolen op twee onderdelen. Het betreft:

  • milieuzonering: een wijziging van de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, zoals opgenomen in de bijlagen van de regels van bestemmingsplan Brouwersmolen;
  • geluidzone: het toevoegen van een gebiedsaanduiding Geluidzone-industrie op gronden direct grenzend aan bovengenoemde percelen.

Met het bestemmingsplan Brouwersmolen herziening 1 wordt daar invulling aan gegeven. In de volgende hoofdstukken worden beide wijzigingen toegelicht en onderbouwd.

Het ontwerp van deze herziening wordt gelijktijdig met het ontwerp-bestemmingsplan Laan van Westenenk 4-8 ter visie gelegd.

2 BELEIDSKADER

De herziening heeft betrekking op het bestemmingsplan Brouwersmolen. Met dat plan is aan de aanwezige bedrijfskavels op het bedrijventerrein een bedrijfsbestemming toegekend. Het plan bevat een interne milieuzonering en, om het bedrijventerrein heen, een geluidzone.

2.1 Milieuzonering

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.


Milieuzonering heeft twee doelen:

  • het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.


Voor het bepalen van de aan te houden afstanden gebruikt de gemeente Apeldoorn de daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden normaliter gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de dichtst daarbij gelegen situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.


Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype rustige woonwijk. Een rustige woonwijk is ingericht volgens het principe van de functiescheiding: afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor; langs de randen is weining verstoring door verkeer. Vergelijkbaar met de rustige woonwijk zijn rustig buitengebied, stiltegebied en natuurgebied. Daarvoor gelden dan ook dezelfde richtafstanden.

milieucategorie   richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk   richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied  
1   10 m   0 m  
2   30 m   10 m  
3.1   50 m   30 m  
3.2   100 m   50 m  
4.1   200 m   100 m  
4.2   300 m   200 m  
5.1   500 m   300 m  
5.2   700 m   500 m  
5.3   1.000 m   700 m  
6   1.500 m   1.000 m  

Een ander omgevingstype is het gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een variatie aan functies; direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren tot het omgevingstype gemengd gebied. Het gemengd gebied kent door de aanwezige variatie aan functies en situering al een hogere milieubelasting. Dit kan aanleiding zijn om gemotiveerd voor één of meer milieuaspecten een kleinere afstand aan te houden dan wordt geadviseerd voor een rustige woonwijk. Een geadviseerde afstand van 30 meter kan dan bijvoorbeeld worden gecorrigeerd tot 10 meter en een geadviseerde afstand van 100 meter tot 50 meter. Uitzondering op het verlagen van de richtafstanden vormt het aspect gevaar: de richtafstand voor dat milieuaspect wordt niet verlaagd.

2.2 Geluidzone

Brouwersmolen is aangewezen als een geluidgezoneerd industrieterrein. Op grond van artikel 53 van de Wet geluidhinder moet voor een bedrijventerrein waarop grote lawaaimakers' aanwezig of planologisch mogelijk zijn, een zone zijn vastgesteld. Welke inrichtingen gerekend worden tot de grote lawaaimakers is opgenomen in artikel 2.1 lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht

Om geluidshinder bij woonbestemmingen of andere geluidsgevoelige bestemmingen zoveel mogelijk te voorkomen, worden industrieterreinen gezoneerd ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder. Rond het industrieterrein wordt een zone vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1352-vas1_0001.png"  

De geluidzone (het aandachtsgebied) ligt rond het bedrijventerrein. Buiten de geluidzone mag de geluidbelasting van alle bedrijven tezamen niet meer dan 50 dB(A) bedragen. In de zone gelden grenswaarden voor de geluidbelasting van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen (maximaal ontheffingswaarde 55 dB(A)). In het kader van het zonebeheer worden milieuvergunningen en meldingen getoetst op inpasbaarheid binnen de geluidzone.

3 BESTAANDE SITUATIE

3.1 Milieuzonering

De herziening heeft betrekking op bedrijventerrein Brouwersmolen. Het type bedrijvigheid op Brouwersmolen varieert. Er zijn kantoren, perifere detailhandel en reguliere bedrijvigheid aanwezig.

Op basis van de systematiek zoals toegelicht in paragraaf 2.1 is bij het bestemmingsplan Brouwersmolen de inwaartse milieuzonering bepaald en vastgelegd. Hierbij is uitgegaan van een maximale milieucategorie 4.2 en gemengd gebied gelet op de ligging van woonbebouwing in een gebied met een aanwezige variatie aan functies en/of nabij de hoofdinfrastructuur en drukke wegen.

De betreffende milieuzones zijn op de plankaart van Brouwersmolen aangegeven met een functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2'. Binnen deze zones worden in de regels de bedrijven toegestaan die op grond van de afstand tot omringende milieugevoelige functies toelaatbaar zijn. In het geval dat er bedrijven zijn die dichter bij de omliggende gebieden liggen dan is toegestaan op basis van de milieuzonering hebben deze een specifieke functie-aanduiding gekregen. Deze specifiek aanduiding regelt dat het betreffende bedrijf zijn bedrijfsvoering mag voortzetten.

In de regels van het bestemmingsplan Brouwersmolen wordt voor de toegestane bedrijfsactiviteiten per milieucategorie verwezen naar de bij de regels behorende bijlage Lijst van toegelaten bedrijfstypen. Deze lijst geeft een opsomming van de bedrijfstypen die toegestaan zijn binnen de respectievelijke milieuzones zoals opgenomen op de plankaart.

3.2 Geluidzone

Bedrijventerrein Brouwersmolen heeft als geluidgezoneerd industrieterrein (volgens de Wet geluidhinder) een vastgestelde geluidzone. De geluidbelasting van het industrieterrein als geheel mag die wettelijk bepaalde geluidsnorm op de buitenste grens van die geluidzone niet overschrijden. De geluidzone is met de aanduiding Geluidzone-industrie opgenomen op de plankaart. De planregel behorende bij deze aanduiding richt zich op het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van het industrielawaai. Ter plaatse van de aanduiding is het -met uitzondering van herbouw ten behoeve van een bestaande geluidgevoelige functie- niet toegestaan om gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen ten behoeve van niet-geluidgevoelige functies om te zetten in het gebruik van gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1352-vas1_0002.jpg"

Geluidzone bestemmingsplan Brouwersmolen

 

4 RUIMTELIJKE OPZET EN UITVOERBAARHEID

Met het bestemmingsplan Laan van Westenenk 4-8 wordt de ter plekke geldende bedrijfsbestemming omgezet naar een bestemming 'Sport-Sportcampus'. Binnen deze bestemming worden milieugevoelige functies toegestaan. Dit in de vorm van studentenhuisvesting en onderwijs. Beide functies worden alleen toegestaan op de binnen de sportcampus aangeduide plekken.

In het kader van het bestemmingsplan Laan van Westenenk 4-8 is onderzocht of de sportcampus op een zorgvuldige wijze ingepast kan worden in de omgeving. Onder andere is beoordeeld hoe de milieugevoelige functies op de sportcampus zich gaan verhouden tot de milieubelastende bedrijven in de omgeving en wat de gevolgen zijn voor de geluidzonering van het bedrijventerrein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1352-vas1_0003.png"

Kaart ontwerpbestemmingsplan Laan van Westenenk 4-8

4.1 Milieuzonering

Onderzocht is wat de effecten zijn van het toelaten van milieugevoelige bestemmingen op de sportcampus voor de aanwezige bedrijven in de omgeving en op de geldende milieuzonering voor Brouwersmolen. Het plan voor de sportcampus maakt geen permanente bewoning mogelijk, maar voorziet in de minder milieugevoelige functie van onderwijs en studentenhuisvesting (kortduriger verblijf dan bij wonen). Dit is meegenomen in de beoordeling van aanvaardbaarheid.

Het plan voor de sportcampus voorziet in onderwijs en studentenhuisvesting. Hiermee geldt er op grond van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering een minder zwaar regime van richtafstanden. Daarnaast kan gelet op de ligging nabij twee drukke wegen gecorrigeerd worden voor gemengd gebied.

Binnen een zone van 300 meter rondom het kwetsbare of milieugevoelige deel van de sportcampus liggen diverse bedrijven. Het betreffen deels bedrijven die een beperkte omvang hebben of kantoorpanden zijn. Deze bedrijven vallen in een lage milieucategorie en hebben een beperkte milieubelasting. Een deel van de bedrijven vallen in milieucategorie 3.1, 3.2 of 4.1 en hebben een (gecorrigeerde) milieuzone van 100 meter. Deze bedrijven liggen op ruim 100 meter en vormen daarmee geen belemmering. Er liggen ook enkele zwaardere bedrijven in de omgeving (milieucategorie 4.2), maar de sportcampus wordt zodanig ingedeeld dat de meest gevoelige functies op meer dan 200 meter van deze bedrijven zijn gelegen. De bestaande bedrijven vormen zodoende geen belemmering en worden niet in hun vergunde rechten belemmerd.

Op het bedrijventerrein zijn bedrijven gelegen die gebruik maken van oplosmiddelen hetgeen relevant is voor het aspect geur. Deze bedrijven hebben echter een naverbrander waardoor de hinder zo veel als mogelijk wordt beperkt. Daarnaast is de windrichting voor het grootste deel van de tijd zuid- of zuidwestelijk en is alleen met oostenwind geurhinder niet uit te sluiten. Het vigerende bestemmingsplan biedt ook voor andere bedrijven/percelen mogelijkheden om meer geur dan nu te emitteren. Het is, gelet op het nieuwe geurbeleid van de provincie Gelderland en de tijdelijkheid van het verblijf op de sportcampus, niet aannemelijk dat de ontwikkeling van de sportcampus zal leiden tot onaanvaardbare geurhinder of een financieel ingrijpende investering voor het bedrijf om geurbeperkende maatregelen te treffen.

Bij uitbreiding/wijziging van risicovolle bedrijfsactiviteiten welke nu planologisch mogelijk zijn tot en met een milieuzone van 200 meter, kunnen, met de komst van kwetsbare functies zoals onderwijs en studentenhuisvesting, knelpunten ontstaan. Aangezien dergelijke bedrijfsactiviteiten nu niet plaatsvinden, zal dit planologisch worden beperkt tot risicovolle activiteiten met voor het aspect gevaar een richtafstand van 100 meter. Hiertoe wordt met deze eerste herziening van bestemmingsplan Brouwersmolen de daarin opgenomen Lijst van toegelaten bedrijfstypen aangepast. Op die manier worden toekomstige knelpunten voorkomen.

In de nabijheid van de sportcampus bevinden zich geen bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Het Bevi vormt zodoende geen belemmering. Bij uitbreiding/wijziging van risicovolle bedrijfsactiviteiten welke nu planologisch mogelijk zijn, kunnen, met de komst van kwetsbare functies zoals onderwijs en studentenhuisvesting, knelpunten ontstaan. Aangezien dergelijke bedrijfsactiviteiten nu niet plaatsvinden, zal dit planologisch worden beperkt tot risicovolle activiteiten met voor het aspect gevaar een richtafstand van 100 meter. Op die manier worden toekomstige knelpunten voorkomen.

Concreet betekent dit een beperkte herziening van de als bijlage bij de planregels van bestemmingsplan Brouwersmolen behorende Lijst van toegelaten bedrijfstypen. De herziening bestaat uit het schrappen van de volgende bedrijfstypen uit de lijst:

  • Overige chemische productenfabrieken n.e.g. (SBI-code 205903)
  • Kunststofverwerkende bedrijven: met fenolharsen (SBI-code 222)
  • Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: vloeistoffen o.c. < 100.000 m3 (SBI-code 46712)
  • Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: tot vloeistof verdichte gassen (SBI-code 46712)
  • Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: tankercleaning (SBI-code 52242)
  • Opslag butaan, propaan, LPG (in tanks): bovengronds 80 - 250 m3
  • Opslag butaan, propaan, LPG (in tanks): ondergronds 80 - 250 m3

4.2 Geluidzone

Met de herziening van de bedrijvenbestemming bij de Laan van Westenenk 4-8 naar de bestemming voor een sportcampus schuift de grens van het geluidgezoneerde bedrijventerrein op. De Laan van Westenenk 4-8 zal geen deel meer uitmaken van het bedrijventerrein. Op een geluidgezoneerd industrieterrein zijn geen nieuwe geluidgevoelige functies, als studentenhuisvesting en onderwijs toegestaan. De hele locatie komt daardoor in de geluidzone om het bedrijventerrein te liggen. Een verdere toelichting staat in het akoestisch onderzoek industrie- en wegverkeerlawaai Sportcampus wegenerlocatie van de OVIJ van 6 februari 2018 (zie bijlage).

Om die reden krijgt die locatie in het nieuwe bestemmingsplan voor de sportcampus de aanduiding Geluidzone-industrie. Deze sluit aan op de al bestaande aanduiding ten zuiden van de Laan van Westenenk 4-8.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1352-vas1_0004.png"

Echter op één plek ontbreekt deze aanduiding nog. Om te voorkomen dat hierdoor een 'gat' ontstaat in de geluidzone wordt met de nu voorliggende herziening ook voor die plek de aanduiding Geluidzone-industie opgenomen. De onderliggende bestemmingen wijzigen niet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1352-vas1_0005.jpg"

4.3 Waarden

Ter plaatse van het plangebied zijn geen waarden op gebied van natuur, water, cultuurhistorie en archeologie aanwezig waarop de nu aan de orde zijnde herziening invloed op heeft.

Deze herziening ziet ook niet op een nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in art.3.1.6 lid 2 Besluit ruimtelijke ordening (ladder duurzame verstedelijking).

4.4 Financieel economische uitvoerbaarheid.

Er geldt een verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan indien een bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een bouwplan. Wat onder een bouwplan wordt verstaan is bepaald in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening. De nu aan de orde zijnde herziening voorziet niet in een bouwplan, waarmee er geen verplichting is tot een explotatieplan. Ook voor het overige is de financieel-economische uitvoerbaarheid, gelet op de aard van de herziening, niet in het geding.

5 JURIDISCHE PLANOPZET

Deze planherziening wijzigt het geldende bestemmingsplan Brouwersmolen op twee onderdelen.

De Lijst van toegelaten bedrijfstypen, die als bijlage 1 deel uitmaakt van de planregels van bestemmingsplan Brouwersmolen, wordt herzien. Een aantal aangegeven bedrijfstypen wordt uit de lijst geschrapt.

De plankaart van Brouwwersmolen wordt gewijzigd. Ter plaatse van de op de bij deze herziening behorende plankaart aangegeven gronden wordt de gebiedsaanduiding Geluidzone - Industrie toegevoegd. De onderliggende bestemmingen blijven onveranderd (Verkeer-verblijfsgebied, Bedrijventerrein I). Met de aanduiding geluidzone-industrie wordt artikel 4 van deze herziening van het bestemmingsplan Brouwersmolen van toepassing op deze gronden.

Voor het overige blijft het bestemmingsplan Brouwersmolen, zoals vastgesteld, gelden.

6 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

Mede gelet op het feit dat met het nu aan de orde zijnde plan geen provinciaal of rijksbelang in het geding is kan worden afgezien van vooroverleg met provincie en rijk.