Plan: | Bestemmingsplan Kanaaloevers Haven Centrum herstelplan |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1074-onh1 |
Het doel van dit bestemmingsplan is herstel van twee kleine onvolkomenheden in bestemmingsplan Kanaaloevers Haven Centrum. Het plangebied is daarom zeer beperkt. De twee onvolkomenheden zijn:
In het plan komt alleen de bestemming Woongebied voor. Deze bestemming is vastgelegd in de regels en op de plankaart. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. Ter plaatse zijn gestapelde woningen en een ondergrondse parkeergarage toegestaan. Woningen (en delen daarvan) zijn alleen binnen het bouwvlak toegestaan. Aangezien het gaat om (delen van) gestapelde woningen die inpandige bergingen krijgen, zijn geen bijgebouwen toegelaten.
In de bouwregels is vastgelegd dat er een toegang tot de ondergrondse parkeergarage gebouwd moet worden. Op die manier is de bereikbaarheid van de particuliere parkeergarage Kanaal Noord/Kanaalstraat gegarandeerd. Voor de duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat de de openbare ondergrondse parkeergarage (die de huidige bovengrondse parkeergarage Koningshaven zal vervangen) zal worden ontsloten vanaf de Molenstraat-Centrum en via de Molendwarsstraat; de toegang tot die parkeergarage komt dus niet in de onderdoorgang nabij Woondrôme.
Voor het geval het tussenlid tussen het nieuwe appartementengebouw en Woondrôme uiteindelijk niet gerealiseerd wordt, is bepaald dat de grond ook voor verblijfsgebied gebruikt mag worden. Om te voorkomen dat het windklimaat dan verslechtert wordt de opening tussen Woondrôme en nieuwe woonwand op een andere manier geheel of gedeeltelijk gevuld, bijvoorbeeld met een half-open scherm, hekwerk, glazen wand of muur. In de bouwregels is bepaald dat binnen het bouwvlak bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter voorkoming van windhinder zijn toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 18 meter.
Om het mogelijk te maken een deugdelijke afscheiding tussen de daktuin van Woondrôme en het binnenterrein van de nieuwe woonwand aan te brengen, is ook het nieuwe binnenterrein in het plangebied opgenomen. Dit gebied heeft de bestemming Wonen en is aangeduid als tuin. In de bouwregels is bepaald dat de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde (waaronder ook terreinafscheidingen vallen) 2 meter mag bedragen.
Bij recht is het gebruik van (een deel van) de woning ten behoeve van beroepsuitoefening en niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroeps- of bedrijfsmatige gebruik blijft overheersen. Voor de niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis geldt dat alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de richtafstandenlijst van de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" als bedrijven van categorie 1 zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden.
In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 5 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 5.1 is onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen in het hele pangebied is toegestaan. In artikel 6 staan de algemene gebruiksregels. Hierin is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming en daarmee onder het gebruiksverbod van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening vallen. In artikel 9 staan de procedureregels die bij ontheffing en nadere eisen in acht genomen moeten worden. Artikel 10 tenslotte geeft aan welke regeling geldt wanneer wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten bekende regels die geen nadere bespreking behoeven.
Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.