Plan: | Bestemmingsplan Bedrijventerrein Ecofactorij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1071-vas1 |
Aanduiding | Bedrijf | Straatnaam | Huisnummer | ||||
gh | groothandel met daarbij behorende en verwante activiteiten annex een intermodaal en gecombineerd vervoerbedrijf | Ecofactorij | 20 |
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoningen zijn toegestaan.
Naast de algemene bouwregels van artikel 15 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.3 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale / minimale grondoppervlakte | Maximale bebouwingspercentage | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen en overkappingen | minimaal 1000 m² (4.3.1a) | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde | - onverminderd het bepaalde in art. 15.1.b mag de afstand van gebouwen en overkappingen tot een kavelgrens niet minder dan 15 m bedragen (4.3.1.b en c) - voor bebouwing aan en nabij de bestemming 'Verkeer - Spoorweg' geldt, dat het bepaalde in de Spoorwegwet onverminderd van toepassing is; - voor maximaal eenderde van de grondoppervlakte van een gebouw is een bouwhoogte van maximaal 20 m toegestaan, met dien verstande dat voor de helft van dit eenderde deel de hoogte maximaal 25 m mag bedragen; in afwijking hiervan is daar waar de aangeduide hoogte 13 meter bedraagt voor maximaal eenvierde deel van de grondoppervlakte van een gebouw een hoogte van 20 m toegestaan; - de maximale bouwhoogte mag met ten hoogste 5% van de grondoppervlakte van een gebouw worden overschreden met ten hoogste 3.50 m ten behoeve van de integratie in de bouwmassa van liftkokers en andere technische ruimten - voor zover een aansluiting van bedrijven op het poorwegnet wordt gerealiseerd mag een overslagperron van maximaal 150 meter lengte en 10 meter breedte, voorzien van een overkapping van maximaal 5 meter hoogte worden opgericht. |
Gebouwen en overkappingen voor beheer van het bedrijventerrein (parkmanagement) en voorlichting | maximaal 300 m² | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde | ||
Gebouwen en overkappingen voor bewaking van het bedrijventerrein | maximaal 25 m2 | 5m | ||
Gebouwen en overkappingen voor verkooppunten motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' | maximaal 75 m² voor gebouwen; maximaal 250 m² voor overkappingen |
5m | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | erfafscheidingen: 3 m antenne-installaties: 15 m silo's/opslagtanks: 25 m industriële procestorens, antennes, schoorstenen en pijpen: 35 m (4.3.1.d, 4.3.1e) voor de uitoefening van het bedrijf noodzakelijke bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 12,5 m |
van de bouwhoogtebepaling zijn tunnels en bruggen uitgezonderd |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 16 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.
Het oppervlak van een bedrijfskavel bedraagt minimaal 2 ha.
Minimaal 30% van de oppervlakte van een bedrijfskavel mag uitsluitend worden ingericht en gebruikt voor water- en groenvoorzieningen. Dit is niet van toepassing op de gronden waarvoor een bebouwingspercentage van 80% geldt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van het oppervlak aan water en groen op een bedrijfskavel, teneinde te komen tot een concentratie langs landschappelijke en ecologische elementen, waarbij de breedte zodanig moet zijn dat een bijdrage wordt geleverd aan het benadrukken van bedoelde elementen.
De voor bedrijventerrein aangewezen gronden, voorzover gelegen binnen 15 meter van de bestemmingsgrens van de bestemming “Verkeer-Weg” van de Zutphensestraat of de rijksweg A1 zijn uitsluitend bestemd voor water- en groenvoorzieningen, bestaande wegen en fietspaden.
De niet bebouwde grond mag uitsluitend worden gebruikt als bedrijfsterrein, verkeersvoorziening inclusief parkeren, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, bos en natuurgebied, water of tuin, met dien verstande dat gebruik als opslagterrein niet is toegestaan van gronden gelegen vóór de bebouwing aan de wegzijde en van gronden ingericht als groen en water. Gebruik voor parkeren van deze laatst genoemde gronden wordt eveneens aangemerkt als verboden gebruik. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit.
Voor een verkooppunt motorbrandstoffen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk: