direct naar inhoud van 5.2 De regels
Plan: Malkenschoten-Kayersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1002-vas1

5.2 De regels

5.2.1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 van de regels geeft de inleidende regels. In de inleidende regels worden de gehanteerde begrippen gedefinieerd en is de wijze van meten bepaald.

5.2.2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Hierin worden per bestemming regels gegeven voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden hierna besproken.


Agrarisch

De gronden met de bestemming 'Agrarisch' zijn met name bestemd voor agrarisch gebruik. De gronden mogen daarnaast onder andere worden gebruikt voor opslag, wegen en paden, groenvoorzieningen, recreatief medegebruik, nutsvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Gebouwen zijn niet toegestaan. Voor de maatvoering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

 

Agrarisch-Viskwekerij

Op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Viskwekerij' zijn een viskwekerij en hengelvijver toegestaan. De gronden mogen daarnaast onder andere worden gebruikt voor opslag, wegen en paden, groenvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Binnen de bestemming is één bedrijfswoning toegestaan. Voor de maatvoering van gebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. Gebouwen dienen in ieder geval binnen het bouwvlak te worden gebouwd.

Bedrijf

De bedrijven die niet op het bedrijventerrein Malkenschoten of het bedrijventerrein Kayersmolen zijn gevestigd, hebben de bestemming 'Bedrijf'. Op de gronden met deze bestemming zijn vanwege de functiemenging in de directe nabijheid van de bedrijven slechts bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan. In de regels wordt voor de bedrijfsactiviteiten van categorie 1 en 2 die zijn toegelaten, verwezen naar de Lijst van toegelaten bedrijfstypen die als bijlage bij de regels is opgenomen. In paragraaf 4.3.1 is de milieuzoneringssystematiek verder besproken.

Ten opzichte van de basislijst van de VNG is de hier gehanteerde Lijst van toegelaten bedrijfstypen nader ingeperkt. Dit is gebeurd vanwege milieuhygiënische en planologische redenen. Ten eerste zijn er bedrijfstypen die wel op de basislijst van de VNG voorkomen maar die om planologische redenen geen bedrijfsbestemming krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om detailhandels- en horecabedrijven (met uitzondering van cateringbedrijven), maatschappelijke dienstverlening en bepaalde sport- en recreatieactiviteiten. Omdat deze bedrijfstypen een heel andere uitstraling richting de omgeving hebben dan reguliere bedrijven worden hiervoor specifieke bestemmingen gebruikt. Ze zijn daarom niet in de Lijst van toegestane bedrijfstypen opgenomen. Ten tweede zijn er ook bedrijven die in deze buurt niet passen omdat er geen ruimte voor is of omdat de buurt zich er niet voor leent. Het gaat dan om land- en tuinbouw (een kleinschalig bedrijfsvorm als een hoveniersbedrijf is hier wel denkbaar en daarom wel in de Lijst opgenomen), zeevaart, binnenvaart, visserij, luchtvaart en delfstoffenwinning. Tot slot wordt om milieuhygiënische redenen de opslag van gevaarlijke stoffen hier niet wenselijk geacht en daarom uitgesloten.

In de bestemming 'Bedrijf' zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (grote lawaaimakers) en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen uitgesloten, omdat zij niet passen op relatief korte afstand van gevoelige functies zoals woningen.

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan. Om alle twijfel weg te nemen, is bepaald dat beroepsuitoefening aan huis is toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is een verkooppunt voor motorbrandstoffen toegestaan. De camper- en caravanzaken aan de Malkenschoten zijn ook specifiek aangeduid.

Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen ook bedrijven die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfstypen of bedrijven uit een hogere categorie dan bij recht is toegestaan worden toegelaten, mits ze naar aard en invloed op hun omgeving vergelijkbaar zijn met de bij recht toegestane bedrijven. In de procedure van een omgevingsvergunning voor het afwijken kan worden bezien of de benodigde hinderbeperkende maatregelen mogelijk zijn (bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe technieken). Criterium voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken is in dit geval dat de hinder die resulteert na het nemen van maatregelen niet groter is dan van de ter plekke wel bij recht toegelaten bedrijven zou kunnen worden verwacht.

Bedrijf-Kermisexploitatiebedrijf

De gronden met de bestemming 'Bedrijf-Kermisexploitatiebedrijf' zijn bestemd voor kermisexploitatiebedrijven met bedrijfswoningen, in de vorm van een woonwagen of een (half)vrijstaande woning. Daarnaast mogen de gronden worden gebruikt voor tuinen en erven en voor nutsvoorzieningen. Geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan. Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen/woonwagens (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Bedrijventerrein - 1

Op de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' zijn bedrijven toegestaan in de milieucategorieën 1 t/m 4.2. Door middel van aanduidingen op de verbeelding is aangegeven op welke locaties welke milieucategorieën zijn toegestaan. Het aanwezige tank- en reservoirbouwbedrijf en het aanwezige recyclingbedrijf zijn specifiek aangeduid, aangezien zij in een hogere milieucategorie vallen dan op deze locatie algemeen is toegestaan. In paragraaf 4.3.1 is de milieuzoneringssystematiek verder besproken. Binnen de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen toegestaan. De gronden met deze bestemming maken derhalve deel uit van het gezoneerde bedrijventerrein. Daarnaast zijn ontsluitingen in de vorm van paden en wegen alsmede groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding is een lpg-tankstation toegestaan.

Risicovolle inrichtingen zijn uitgesloten, met uitzondering van de risicovolle inrichtingen ter plaatse van de aanduiding. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken kan nieuwvestiging van risicovolle inrichtingen worden toegestaan. Bedrijfswoningen zijn alleen ter plaatse van de gelijknamige aanduiding toegestaan. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van een zelfstandig kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'. Ook detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, detailhandel in de vorm van een postorder- of internetbedrijf, detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven en bestaande detailhandel. Via een omgevingsvergunning voor het afwijken kan detailhandel in volumineuze goederen worden toegestaan.

Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. In elk geval dienen gebouwen en bedrijfswoningen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen verkleiningen in de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens worden aangebracht of bijgebouwen bij de bedrijfswoning voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden toegestaan. Ook kunnen via een omgevingsvergunning voor het afwijken nieuwe bedrijfswoningen worden toegestaan. Voorwaarden zijn dat er geen milieuhygiënische belemmeringen mogen zijn voor de bouw van de bedrijfswoning én dat een nieuwe bedrijfswoningen geen belemmeringen voor de omliggende bedrijven met zich mee mag brengen. Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor de vestiging van bedrijven die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfstypen of bedrijven die in een hogere categorie vallen, maar naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijven die bij recht zijn toegestaan.

Bedrijventerrein - 2

Op de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - 2' zijn bedrijven toegestaan in de milieucategorieën 1 t/m 4.2. Door middel van aanduidingen op de verbeelding is aangegeven op welke locaties welke milieucategorieën zijn toegestaan. De aanwezige auto-onderdelenfabriek is specifiek aangeduid, aangezien dit bedrijf in een hogere milieucategorie valt dan op deze locatie algemeen is toegestaan. In paragraaf 4.3.1 is de milieuzoneringssystematiek verder besproken. Binnen de bestemming 'Bedrijventerrein - 2' is de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen uitgesloten. De gronden met deze bestemming maken derhalve geen deel uit van het gezoneerde bedrijventerrein. Daarnaast zijn ontsluitingen in de vorm van paden en wegen alsmede groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen toegestaan.

Risicovolle inrichtingen zijn uitgesloten. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken kan nieuwvestiging van risicovolle inrichtingen worden toegestaan. Bedrijfswoningen zijn alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats'. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn uitsluitend grondgebonden (al dan niet inpandige) bedrijfswoningen toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' zijn zowel vrijstaande bedrijfswoningen als bedrijfswoningen in de vorm van een woonwagen toegestaan. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan. Ook detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, detailhandel in de vorm van een postorder- of internetbedrijf, detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven en bestaande detailhandel. Via een omgevingsvergunning voor het afwijken kan detailhandel in volumineuze goederen worden toegestaan.

Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. In elk geval dienen gebouwen en bedrijfswoningen/woonwagens binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen verkleiningen in de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens worden aangebracht of bijgebouwen bij de bedrijfswoning voor de voorgevel van de bedrijfswoning/woonwagen worden toegestaan. Ook kunnen via een omgevingsvergunning voor het afwijken nieuwe bedrijfswoningen worden toegestaan. Voorwaarden zijn dat er geen milieuhygiënische belemmeringen mogen zijn voor de bouw van de bedrijfswoning én dat een nieuwe bedrijfswoningen geen belemmeringen voor de omliggende bedrijven met zich mee mag brengen. Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor de vestiging van bedrijven die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfstypen of bedrijven die in een hogere categorie vallen, maar naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijven die bij recht zijn toegestaan.

Bos

Op de gronden met de bestemming 'Bos' zijn bos, struikgewas, hakhout en afschermende groenbeplanting toegestaan. Daarnaast zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de versterking van het bos met de bijbehorende landschaps- en natuurwaarden. Binnen de bestemming zijn paden, in- en uitritten en nutsvoorzieningen toegestaan. Binnen de bestemming Bos zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, tot een bouwhoogte van 2,5 m toegestaan. Bruggen vallen niet onder de beperkingen wat betreft de bouwhoogte. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - paviljoen' zijn maximaal twee paviljoens toegestaan, met een maximaal oppervlak van 100 m² per paviljoen en een maximale hoogte van 5 meter. Beide gebouwen zijn inmiddels met toepassing van artikel 19, lid 2 van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening vergund.

Ter bescherming van het bos met de landschaps- of natuurwaarden is een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.

Detailhandel-Tuincentrum

De gronden met de bestemming 'Detailhandel-Tuincentrum' zijn bestemd voor een tuincentrum en een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Daarnaast mogen de gronden worden gebruikt als tuin en/of erf en zijn nutsvoorzieningen toegestaan. In de specifieke gebruiksregels is gedetailleerd opgenomen welke (detailhandels)activiteiten voor een tuincentrum zijn toegestaan. Beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis is toegestaan.

Gemengd - 1

Op de gronden met de bestemming 'Gemengd - 1' zijn bedrijven en zelfstandige kantoren/zakelijke dienstverlening toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum' is een congrescentrum met bijbehorend hotel en restaurant toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - ondergeschikte functies' zijn horeca-, fitness-, congres- en kinderopvangfaciliteiten toegestaan als onderdeel van de bedrijfs-/kantoorfunctie, tot een maximum bruto vloeroppervlakte van 10.000 m2. Daarnaast zijn fiets- en voetpaden, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, ontsluitingswegen en tuinen/erven toegestaan. Door middel van aanduidingen op de verbeelding is aangegeven op welke locaties welke maximale milieucategorieën zijn toegestaan. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor de vestiging van bedrijven die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfstypen of bedrijven die in een hogere categorie vallen, maar naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijven die bij recht zijn toegestaan. Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' zijn geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen niet toegestaan. Ook detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, detailhandel in de vorm van een postorder- of internetbedrijf en detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven. Via een omgevingsvergunning voor het afwijken kan detailhandel in volumineuze goederen worden toegestaan.

Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van het bebouwingspercentage. Voor de gronden met de aanduiding 'maximum oppervlakte (BVO)' is daarnaast geregeld dat maximaal 85.000 m2 aan bedrijven, kantoren en zakelijke dienstverlening aanwezig mag zijn, waarvan maximaal 45.000 m2 kantoren/zakelijke dienstverlening.

Gemengd - 2

De gronden met de bestemming 'Gemengd - 2' zijn bestemd voor sport en recreatie en voor sport- en recreatieondersteunende (dienstverlenende) voorzieningen. Daarnaast zijn onder meer restauratieve voorzieningen, evenementen en een standplaats voor maximaal vijf kampeerauto's toegestaan. Bedrijfswoningen zijn toegestaan door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken. Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Gemengd - 3

De gronden met de bestemming 'Gemengd - 3' zijn bestemd voor sport en recreatie, sport- en recreatieondersteunende (dienstverlenende) voorzieningen en maatschappelijke voorzieningen uit de categorieën 1 en 2 van de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast zijn onder meer restauratieve voorzieningen, evenementen, nutsvoorzieningen en tuinen en erven toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan. Voor het toestaan van nieuwe bedrijfswoningen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is kamerbewoning toegestaan ten behoeve van personeel van maatschappelijke voorzieningen (i.c. het Gelre Ziekenhuis). Zelfstandig wonen (een regulier appartementengebouw) is uitgesloten. Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Groen

Het structurele en structurerende openbare groen in het plangebied is onder de bestemming 'Groen' gebracht. Hier zijn groenvoorzieningen, paden, hondenuitlaatplaatsen, nuts- en speelvoorzieningen toegestaan. Daarnaast zijn vijvers en watergangen algemeen toegestaan. Binnen deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten. De bouwhoogte van speel- en klimtoestellen mag bij recht niet meer dan 4 meter bedragen. Burgemeester en wethouders kunnen onder voorwaarden een omgevingsvergunning verlenen voor speel- en klimtoestellen tot een hoogte van 6 meter.

Horeca - 1

Op gronden met de bestemming 'Horeca - 1' zijn horecavormen in categorie 1 van de Lijst van toegelaten horecatypen toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension' is uitsluitend een pension toegestaan. Via een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen ook andere horecavormen worden toegelaten. Criterium voor het verlenen van de omgevingsvergunning is dat de dan toegelaten horecavorm naar aard en invloed vergelijkbaar is met de bij recht toegelaten vormen. Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Kantoor

Op de gronden met de bestemming 'Kantoor' zijn kantoren, zakelijke dienstverlening, congres- en vergaderruimten, nutsvoorzieningen, tuinen en erven toegestaan, inclusief bouwwerken en parkeervoorzieningen. Voor de maatvoering van bedrijfsgebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Maatschappelijk

Binnen deze bestemming zijn de in het plangebied aanwezige maatschappelijke voorzieningen ondergebracht. Om de nodige flexibiliteit te kunnen bieden is binnen deze bestemming een vrije uitwisseling tussen de verschillende maatschappelijke voorzieningen mogelijk. Welke voorzieningen dat zijn, staat in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen die als bijlage bij de regels is opgenomen. Het betreft maatschappelijke voorzieningen die thuishoren in een woongebied en noodzakelijk zijn voor het functioneren van het woongebied, zoals scholen en (para)medische praktijken. De aanwezige sociale werkplaats is aangeduid.

 

Daarom worden overal in het plangebied maatschappelijke voorzieningen in (milieu)categorieën 1 en 2 aanvaardbaar geacht, ook op kortere afstand van woningen dan de richtafstand van 30 meter die in principe voor milieucategorie 2 wordt gehanteerd. Voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. In elk geval dienen gebouwen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Van speelvoorzieningen mag de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedragen. Via een omgevingsvergunning voor het afwijken kan de toegestane bouwhoogte voor speelvoorzieningen tot 6 m worden aangepast. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken is het mogelijk om maatschappelijke voorzieningen te vestigen die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen of in een hogere categorie van de betreffende Lijst, maar qua aard en invloed gelijk zijn te stellen met functies die bij recht zijn toegestaan.

Recreatie - Dagrecreatie

Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' zijn recreatieve voorzieningen (niet zijnde verblijfsrecreatieve voorzieningen), evenementen, en nutsvoorzieningen toegestaan, met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen. Voor de maatvoering van gebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen.

Sport

Op de gronden met de bestemming 'Sport' zijn sport en sportvoorzieningen tot en met categorie 3.1 van de Lijst van toegelaten sportvoorzieningen, evenementen en nutsvoorzieningen, toegestaan. Kinderopvang is algemeen toegestaan, met uitzondering van de gronden die zijn aangeduid als 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang uitgesloten'. Op de verbeelding zijn een fietscrossterrein, een hondensportterrein en een motortrialterrein aangeduid. Voor de maatvoering van gebouwen (en bijbehorende bijgebouwen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde is een schema opgenomen. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - motortrialterrein' is in totaal 200 m2 aan gebouwen buiten bouwvlak toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding ´wro-zone - ontheffingsgebied´ kan een omgevingsvergunning worden verleend om buiten het bouwvlak de uitbreiding of nieuwbouw van een clubgebouw met een maximale oppervlakte van 300 m2 mogelijk te maken.

Deze bestemming is gegeven aan de sportcomplexen en sportzalen in het plangebied. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken is het mogelijk om sportvoorzieningen te vestigen die niet voorkomen op de Lijst van toegelaten sportvoorzieningen of in een hogere categorie dan bij recht is toegestaan, maar qua aard en invloed gelijk zijn te stellen met functies die bij recht zijn toegestaan.

Verkeer - Spoorweg

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Spoorweg' zijn wegen, spoorwegen, bermen, watergangen, groenvoorzieningen en specifieke spoorinfrastructuur toegestaan.

Verkeer - Verblijfsgebied

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn wegen (voor zover niet bestemd voor doorgaand verkeer), bermen en andere groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, nutsvoorzieningen en water- en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Ook het niet-structurele groen is in deze bestemming ondergebracht.

Verkeer - Weg

De wegen met primair een functie voor het doorgaande verkeer hebben de bestemming 'Verkeer - Weg' gekregen. Het betreft de Arnhemseweg, Kayersdijk en Laan van Malkenschoten/Laan van Westenenk.

Water

Het water in het plangebied vervult een belangrijke waterhuishoudkundige functie, maar is ook van visuele betekenis. Voor al deze waterpartijen is de bestemming 'Water' gehanteerd. Ook water- en oeverrecreatie is toegestaan.

Wonen

De woningen in het plangebied hebben de bestemming 'Wonen'. Voor de woningen is op de verbeelding een bouwvlak gegeven. Door middel van bouwaanduidingen is onderscheid gemaakt tussen de verschillende bouwwijzen van de woningen: vrijstaand, twee-onder-een-kap en aaneengebouwd. Ter plaatse van de aanduiding twee-aaneen zijn zowel twee-onder-een-kapwoningen als vrijstaande woningen toegestaan. Bij de woningen is een diepte voor de bouwvlakken van 15 meter gehanteerd. De nog beschikbare uitbreidingsruimte hangt daarmee af van de diepte van de bestaande woning.

Bij vrijstaande, twee-onder-een-kap- en aaneengebouwde woningen heeft het perceelsgedeelte voor de voorgevel (en bij hoekpercelen naast de zijgevel) de aanduiding 'tuin'; het perceelsgedeelte achter de achtergevel (en bij vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen die niet op een hoek liggen het gedeelte naast de zijgevel) de aanduiding 'erf'. Deze aanduidingen zijn van belang voor de situering van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen. In de regels is namelijk bepaald dat deze bouwwerken niet alleen binnen het bouwvlak maar ook ter plaatse van de aanduiding erf mogen worden gebouwd. Daarbij is nog specifiek bepaald dat deze erfbebouwing ten minste 3 meter achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) moet worden gesitueerd. De maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen is gerelateerd aan de oppervlakte van de kavel. Is de kavel kleiner dan 500 m² dan is ten hoogste 50 m² aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen toegestaan, bij kavels tussen 500 en 750 m² is die oppervlakte maximaal 65 m² en is de kavel groter dan 750 m² dan is ten hoogste 85 m² aan erfbebouwing toegestaan. Daarbij geldt wel steeds de voorwaarde dat niet meer dan 60% van de kavel wordt bebouwd.

 

Aan de Malkenschotenhof is een woonwagenstandplaats aanwezig. Ook deze heeft de bestemming 'Wonen' gekregen. Deze locatie is aangeduid als 'woonwagenstandplaats'. In de regels is bepaald dat ter plaatse van deze aanduiding woonwagens en vrijstaande woningen zijn toegelaten. Hiermee is het mogelijk gemaakt een woonwagen te vervangen door een vrijstaande woning. In het bebouwingsschema is een gedetailleerde regeling voor de maatvoering van woonwagens (en vervangende vrijstaande woningen) opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kermisbedrijf' is een kermisbedrijf, inclusief opslag en reparatie, toegestaan.

Leiding - Gas

De gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' zijn mede bestemd voor een ondergrondse gastransportleiding. Op de gronden met deze dubbelbestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leiding worden gebouwd. Andere bouwwerken zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken. Er kan pas een omgevingsvergunning worden verleend wanneer vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. Er is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen waarbij beperkingen worden gesteld aan de aanleg van diepwortelende beplanting, grondwerken, het aanbrengen van verhardingen en heiwerkzaamheden.

Leiding - Hoogspanningsverbinding

De gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' zijn mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding. Op gronden met deze bestemming mogen alleen bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd. Andere bouwwerken zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken. Er kan pas omgevingsvergunning worden verleend wanneer vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

Waarde - Archeologie Hoog en Waarde - Archeologie Middelhoog

Gebieden die op de archeologische beleidskaart zijn aangemerkt als gebied met hoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Hoog' gekregen, gebieden die zijn aangemerkt als gebied met middelhoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Middelhoog' gekregen. Voor beide bestemmingen geldt dat bij het indienen van een bouwaanvraag voor een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 50 m² (Hoog) respectievelijk 100 m² (Middelhoog) tevens een archeologisch onderzoeksrapport moet worden ingediend. Als uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord kunnen burgemeester en wethouders bepaalde voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden. Wanneer de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld uit eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw onderzoek uit te voeren. Voor een aantal werken en werkzaamheden geldt in beide bestemmingen dat een omgevingsvergunning benodigd is.

Waarde - Beken en sprengen

De gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Beken en sprengen' zijn, naast de daar voorkomende andere bestemmingen, mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van de landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen. De dubbelbestemming beoogt ook de beekoevers te beschermen. Daarom is het bestemmingsvlak beduidend breder dan de beek of spreng zelf. Op de gronden met deze dubbelbestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van het beheer van de beken of sprengen worden gebouwd. Andere bouwwerken zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken. Er kan pas omgevingsvergunning worden verleend wanneer vooraf advies van de beheerder van de beek of spreng is opgenomen. Als voorwaarde is daarnaast opgenomen dat de landschappelijke en ecologische waarden van de beek of spreng niet mogen worden aangetast. Ook deze bestemming kent voor een aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunningsvereiste.

Beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis

Bij recht is het gebruik van (een deel van) woning en bijgebouwen ten behoeve van beroepsuitoefening en niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroeps- of bedrijfsmatige gebruik blijft overheersen. Voor de niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis geldt dat alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan.

 

Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de richtafstandenlijst van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' als bedrijven van categorie 1 zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden. Binnen de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Bedrijventerrein' en de overige bestemmingen die ook bedrijfsactiviteiten mogelijk maken is het uitoefenen van een bedrijf op het hele perceel toegelaten. Het is dan het overbodig om nog iets te regelen over bedrijfsuitoefening aan huis. Voor alle duidelijkheid is in die bestemmingen vastgelegd dat het uitoefenen van een beroep aan huis is toegestaan.

Bouwregels

Voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is per bestemming een bebouwingsschema opgenomen. In de bebouwingsschema's staan de maatvoeringsaspecten die voor die specifieke bestemming gelden. In de algemene bouwregels (hoofdstuk 3 van de regels) zijn bouwregels opgenomen die voor alle gebouwen en bouwwerken in het plangebied van toepassing zijn.

5.2.3 Algemene regels en overgangs- en slotregels

In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 31 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 31.1 is onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen in het hele plangebied is toegestaan. Lid 31.2 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten goothoogte. Het laatste lid van artikel 31.1 geeft een regeling voor legaal gebouwde (delen van) bouwwerken die niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven maatvoering. De aanwezige maten zijn dan toegelaten, ook bij eventuele herbouw van het bouwwerk. Dit geldt alleen daar waar de afwijking voorkomt.

In artikel 32 staan de algemene gebruiksregels. Hierin is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming en daarmee onder het gebruiksverbod van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening vallen. Onderdeel g hiervan verdient bespreking. De archeologische beleidskaart geeft voor het gehele grondgebied van Apeldoorn aan hoe hoog de trefkans op archeologische resten per gebied is. Gebieden met een hoge trefkans hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Hoog' gekregen, gebieden waar die trefkans middelhoog is hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Middelhoog' gekregen. De overige gebieden, waar de trefkans op archeologische resten laag is, hebben geen dubbelbestemming gekregen. Daarvoor geldt onderdeel g van de Algemene gebruiksregels. Daarin is bepaald dat het verstoren van archeologische waarden in die gebieden door het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden over een oppervlakte van ten minste 1.000 m² en dieper dan 0,5 meter onder maaiveld in strijd is met de bestemming, tenzij uit archeologisch onderzoek is gebleken dat die waarden niet onevenredig worden verstoord. Indien de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bij voorbeeld eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw archeologisch onderzoek uit te voeren.

In artikel 33 zijn de algemene aanduidingsregels opgenomen. Dit zijn regels voor gebiedsaanduidingen die in meerdere bestemmingen voorkomen. In voorliggend bestemmingsplan komen de gebiedsaanduidingen 'bijzondere boom', 'geluidzone - industrie', 'veiligheidszone - bevi' en 'veiligheidszone - lpg' voor. De gebiedsaanduiding 'bijzondere boom' is opgenomen ter bescherming van de bomen die door burgemeester en wethouders als bijzondere boom zijn aangewezen. Bijzondere bomen vinden hun voornaamste bescherming in de Algemene Plaatselijke Verordening, waarin is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning bomen te kappen en dat er geen vergunning tot het kappen van bijzondere bomen wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situatie. Dit geheel biedt reeds een aanzienlijke bescherming van de bijzondere bomen. In het bestemmingsplan is een aanvullende regeling opgenomen. In de regels is bepaald dat, daar waar de aanduiding 'bijzondere boom' voorkomt, de afstand van bebouwing tot het hart van de boom ten minste 10 meter dient te bedragen; onder voorwaarden kan een omgevingsvergunning voor het afwijken worden verleend voor het verkleinen van deze afstand tot 5 meter. Ter verdere bescherming van de bomen is een aantal werken en werkzaamheden binnen een afstand van 5 meter uit het hart van de als monumentale boom aangeduide boom slechts toegestaan indien een omgevingsvergunning is verleend.

In artikel 34 zijn de algemene afwijkingsregels opgenomen. Hierin is aangegeven voor welke aspecten het bevoegd gezag kan afwijken van de regels in het bestemmingsplan. Artikel 35 bevat de algemene wijzigingsregels.

In artikel 36 staan de procedureregels die nadere eisen in acht genomen moeten worden. De te volgen procedures bij wijziging van het bestemmingsplan of bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Om die reden zijn hiervoor in het bestemmingsplan geen procedureregels opgenomen.

Artikel 37 geeft aan welke regeling geldt wanneer wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en plannen.

Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en voor gebruik en de titel van het bestemmingsplan.