direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Malkenschoten-Kayersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1002-vas1

4.6 Externe veiligheid

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport. Op basis van de criteria, zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crnvgs) worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico van zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het met name om de grote chemische bedrijven. Ook kleinere bedrijven als lpg-tankstations en opslagen van bestrijdingsmiddelen zijn als potentiële gevarenbron aangemerkt. Daarnaast kan ook voor buisleidingen, transportactiviteiten en luchtverkeer sprake van externe veiligheidsrisico's.

4.6.1 Besluit externe veiligheid inrichtingen

Algemeen

Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi gemeenten en provincies bij besluitvorming in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening afstand aan te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen) en risicovolle bedrijven. Het Bevi regelt hoe gemeenten moeten omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. Daartoe legt het Bevi het plaatsgebonden risico vast en bevat het een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans dat een persoon die zich gedurende een jaar onafgebroken onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per bedrijf vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen die kans 10-5 (één op 100.000) en een contour waarbinnen deze kans 10-6 (één op 1.000.000) bedraagt. Kwetsbare objecten zoals woningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, grote (kantoor)gebouwen en grotere recreatieterreinen zijn niet toegestaan binnen de 10-6-contour. In het geval er zich binnen de 10-5-contour bestaande kwetsbare objecten bevinden, dan zouden deze situaties voor oktober 2007 moeten zijn gesaneerd. Beperkt kwetsbare objecten zoals grotere winkels, restaurants, sporthallen, grote gebouwen en speeltuinen zijn in principe niet wenselijk binnen de 10-6-contour. Indien het bevoegd gezag dat motiveert, kunnen dergelijke objecten echter wel binnen een 10-6-contour worden toegestaan. Voor bestaande beperkt kwetsbare objecten binnen die contour zijn geen normen of saneringstermijnen opgenomen.

Het groepsrisico (GR) is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt tengevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico. Indien een ontwikkeling is gepland in de nabijheid van een Bevi-inrichting geldt een verantwoordingsplicht voor de gemeente voor het toelaten van kwetsbare en beperkt kwetsbare functies.

Bevi-inrichtingen in plangebied

In de Beleidsvisie Externe Veiligheid Apeldoorn zijn alle risicovolle inrichtingen, transportroutes en buisleidingen in de gemeente geïnventariseerd. In de visie is in kaart gebracht welke (potentiële) knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico aanwezig zijn. Binnen de grenzen van het plangebied is een aantal risicovolle inrichtingen aanwezig. Het betreft de volgende bedrijven.

Bedrijf   Type bedrijf (volgens Bevi)   Adres  
EKRO b.v.   Ammoniak bedrijf   Laan van Malkenschoten 100  
Berendsen Textiel Service b.v.   PGS 15 bedrijf   Nagelpoelweg 36, 40, 42  
Breustedt Chemie   PGS 15 bedrijf   Curacao 3  
Goldwell   PGS 15 bedrijf   Laan van Malkenschoten 60  
Plaatijzerindustrie   provincie bevoegd gezag   Kayersdijk 131  
Uniechemie   provincie bevoegd gezag   Aruba 21  
Shell   lpg-station   Lange Amerikaweg 66  
ESA Foods   Ammoniak bedrijf   Saba 9  

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1002-vas1_0020.png"

De risicovolle inrichtingen in het plangebied zijn op de verbeelding voorzien van een aanduiding 'risicovolle inrichting'. Het lpg-station aan de Lange Amerikaweg is aangeduid als 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'. Nieuwvestiging van risicovolle bedrijven op het bedrijventerrein is slechts toegestaan door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken. Als voorwaarde geldt dat de PR10-6-contour binnen de grens van de inrichting moet liggen. Hierdoor wordt voorkomen dat bestaande (beperkt) kwetsbare objecten binnen de PR10-6-contour van een nieuwe risicovolle inrichting komen te liggen.

Volgens de beleidsvisie Externe Veiligheid is bij het Shell-station aan de Lange Amerikaweg sprake van een knelpunt met betrekking tot het PR in de geprojecteerde situatie. Het vigerende bestemmingsplan maakt binnen de PR10-6-contour van het lpg-station namelijk de realisering van kwetsbare objecten mogelijk (kantoorpanden met een oppervlak groter dan 1.500 m²). Hierdoor kan ook het groepsrisico, dat momenteel nog niet wordt overschreden, potentieel worden overschreden. Voor de overige inrichtingen is geen sprake van knelpunten met betrekking tot het PR of het GR, noch in de werkelijke noch in de geprojecteerde situatie. Er zijn geen kwetsbare objecten aanwezig binnen PR10-6-contouren en de oriëntatiewaarde voor het GR wordt niet overschreden.

De PR 10-6-contouren van de risicovolle inrichting Berendsen Textiel (Nagelpoelweg 36, 40, 42), van het lpg-station (Lange Amerikaweg 66) en van ESA foods (Saba 9) strekken zich uit tot buiten de grens van de inrichting. De PR 10-6-contour vanwege het lpg-station heeft een straal van 110 meter, gemeten vanaf het vulpunt. De PR 10-6-contour vanwege Berendsen Textiel ligt op een afstand van 45 meter rond de incheckruimte. De PR 10-6 contour van ESA foods ligt rond de machinekamer (60 meter) en de ammoniakleiding (55 meter). Ingevolge het Bevi mogen binnen deze PR 10-6-contouren geen kwetsbare objecten worden gerealiseerd. Beperkt kwetsbare objecten zijn uitsluitend toegestaan indien dat wordt gemotiveerd. In de huidige situatie bevinden zich zowel binnen de PR 10-6-contour van Berendsen Textiel als binnen de PR 10-6-contour van het lpg-station (delen van) beperkt kwetsbare objecten. Aangezien het gaat om bestaande situaties wordt dit geaccepteerd. Er is geen sprake van een verminderde zelfredzaamheid of andere omstandigheden waardoor de situatie als onacceptabel zou moeten worden beoordeeld.

De PR 10-6-contouren van Berendsen, ESA foods en het lpg-station zijn, als 'veiligheidszone - bevi' respectievelijk 'veiligheidszone - lpg', opgenomen op de verbeelding. In de regels is bepaald dat ter plaatse van deze aanduidingen geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. De bestaande beperkt kwetsbare objecten mogen gehandhaafd blijven. De realisering van nieuwe kwetsbare objecten is slechts toegestaan onder voorwaarden. Deze voorwaarden zijn afkomstig uit het gemeentelijk externe veiligheidsbeleid en zijn rechtstreeks vertaald in het bestemmingsplan. Beperkt kwetsbare objecten zijn slechts toegestaan indien aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:

  • het beperkt kwetsbaar object betreft een industriële functie waar maximaal 1 persoon per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak werkzaam is en waarbij geen sprake mag zijn van de aanwezigheid van verminderd zelfredzame personen óf;
  • het betreft kwetsbaar object betreft een opslaggebouw.

Indien wordt voldaan aan deze voorwaarden wordt realisering van beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contouren acceptabel geacht.

4.6.2 Leidingen

Hogedruk gasleidingen

In het zuidelijk deel van plangebied ligt een aantal hogedruk gasleidingen. Het betreft de volgende leidingen:

  • N-552-68-KR-001;
  • N-552-69-KR-001;
  • N-552-70-KR-008 t/m KR-013.

Buiten het plangebied zijn geen buisleidingen gelegen die invloed hebben op het plangebied. De 1%-letaliteitsgrens van buisleiding N552-781-KR-001, die ten oosten van het Apeldoorns Kanaal ligt, ligt op 45 meter afstand van de leiding en reikt daarmee niet tot in het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1002-vas1_0021.jpg"

Hogedruk gasleidingen vallen onder het regime van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). In het Bevb zijn, conform de systematiek van het Bevi, grenswaarden/richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en een verantwoordingsplicht van het GR zijn opgenomen. De buisleidingen hebben geen PR-10-6-contour. Dit houdt in dat het PR geen beperkingen oplegt aan ontwikkelingen in de buurt van de leiding. Er dient conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen wel rekening te worden gehouden met een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de leidingen. De belemmeringenstroken zijn als dubbelbestemming 'Leiding - Gas' in voorliggend bestemmingsplan opgenomen. Ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leidingen gelden binnen deze dubbelbestemming een bouwverbod (met afwijkingsmogelijkheid) en een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden.

De 1% letaliteitafstanden voor de verschillende buisleidingen zijn als volgt:

  • N-552-68-KR-001: 45 meter
  • N-552-69-KR-001: 70 meter
  • N-552-70-KR-008 t/m KR-013: 140 meter

Binnen deze afstand dragen aanwezige personen bij aan de hoogte van het groepsrisico. De hoogte van het GR is in de huidige situatie niet bekend. Ten gevolge van de vaststelling van dit bestemmingsplan zal het groepsrisico niet significant toenemen, omdat het plan slechts in een beperkt aantal nieuwe bouwtitels voorziet.

Gasontvangststation

Binnen het plangebied, op het voormalige Philipsterrein, bevindt zich een gasontvangststation. Dit gasontvangststation valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en is daarin aangewezen als type B inrichting. Artikel 3.12 van het Activiteitenbesluit stelt regels aan de werking van een gasontvangststation en geeft de veiligheidsafstanden die aangehouden moeten worden rond gasontvangststations. Het gasontvangststation is een categorie C station conform NEN 1059, met een jaardoorzet van maximaal 40.000 m3. Voor categorie C stations gelden de volgende veiligheidsafstanden:

  • 15 meter tot kwetsbare objecten;
  • 4 meter tot beperkt kwetsbare objecten.

Op de verbeelding is de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' opgenomen voor de gronden die binnen 15 meter van het gasontvangststation liggen. Realisering van kwetsbare objecten is hier uitgesloten. Beperkt kwetsbare objecten zijn uitsluitend onder voorwaarden toegestaan.

4.6.3 Transport gevaarlijke stoffen

Voor de beoordeling van de risico's vanwege het transport van gevaarlijke stoffen dient op dit moment de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen te worden gehanteerd. Daarnaast wordt gewerkt aan nieuwe regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (Besluit transportroutes externe veiligheid) die het uitvloeisel zal worden van het zogeheten Basisnet. Het Besluit transportroutes externe veiligheid zal naar verwachting op 1 juli 2012 in werking treden. In en nabij het plangebied Malkenschoten-Kayersmolen bevinden zich verschillende wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Het onderhavige bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard, waardoor er geen toename van de bevolkingsdichtheid zal optreden. Gelet op de wegenstructuur is het gebied goed bereikbaar voor hulpdiensten en eveneens goed te ontvluchten door aanwezige personen in het geval van een calamiteit. Gelet op de bevindingen in de uitvoeringsnotitie verantwoording groepsrisico Apeldoorn d.d. december 2009 geeft de hoeveelheid transport gevaarlijke stoffen in combinatie met de bevolkingsdichtheid geen aanleiding om het groepsrisico nader te verantwoorden.