Plan: | Malkenschoten-Kayersmolen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1002-vas1 |
De hoofdwegen in het plangebied Malkenschoten-Kayersmolen zijn in noord-zuidrichting de Kayersdijk en de Arnhemseweg. In oost-westrichting zijn dat de Laan van Malkenschoten en de Lange Amerikaweg. De Kayersdijk sluit via de op- en afritten van de rijksweg A1 (Amersfoort-Deventer) aan op het autosnelwegennet. De Kayersdijk is daarmee een directe verbinding tussen het autosnelwegennet en de Centrumring van Apeldoorn. In zuidelijke richting sluit de Kayersdijk aan op de toekomstige verbinding naar het Regionaal Bedrijventerrein Zuid. Direct ten oosten van de Kayersdijk ligt een spoorlijn. De toeristische stoomtrein van de VSM maakt hier gebruik van. Ook de VAM (afvalverwerking) maakt dagelijks gebruik van deze spoorlijn.
Parallel aan de Kayersdijk loopt de Arnhemseweg. De Arnhemseweg is de directe verbinding tussen de Centrumring en Beekbergen. Ten zuiden van Beekbergen sluit de Arnhemseweg (N788) aan op de rijksweg A50. De Arnhemseweg is ook een belangrijke route voor het fietsverkeer, namelijk een fietsdoorstroomas.
Tussen de Arnhemseweg en de Kayersdijk ligt de Laan van Malkenschoten. Ten oosten van de Kayersdijk gaat deze over in de Lange Amerikaweg. Een gedeelte van het bedrijventerrein Malkenschoten is direct aangesloten op de Kayersdijk en Laan van Malkenschoten. Een aantal andere wegen van het bedrijventerrein takt aan op de Oude Apeldoornseweg, die geen deel uitmaakt van het hoofdwegennet.
Het bedrijventerrein wordt nagenoeg geheel omkaderd door groenvoorzieningen. Langs de A1 is een brede groenzone aanwezig. Deze groenzone onttrekt het bedrijventerrein grotendeels aan het zicht.
In het westen grenst het bedrijventerrein aan een bosgebied. Dit bosgebied, dat een provinciale bescherming heeft als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur, grijpt op een aantal plaatsen in het plangebied. De gebouwen in het westelijk deel van het plangebied zijn daardoor omgeven door bebossing.
In het noorden wordt de groene begrenzing van het plangebied gevormd door de Zwaanspreng en de Kayersbeek. De Zwaanspreng is een waterloop die in een groenzone ligt. Deze groene zone vormt een buffer tussen de noordelijke woongebieden en het bedrijventerrein, met als belangrijk onderdeel de forellenkwekerij aan de Kayersdijk. In noordelijke richting, langs de Kayersdijk, wordt het groene karakter bepaald door grasvelden met opgaande beplanting. Ten oosten van het bedrijventerrein ligt het Apeldoorns Kanaal. Dit kanaal wordt begeleid door bomen.
Binnen de grenzen van het plangebied zijn, naast de hiervoor genoemde groenvoorzieningen, groenvoorzieningen aanwezig die voor de groene aankleding van het bedrijventerrein zorgen. De groenvoorzieningen bevinden zich voornamelijk ter hoogte van de hoofdontsluitingswegen van het bedrijventerrein. Zowel de Kayersdijk, de Laan van Malkenschoten als de Arnhemseweg worden grotendeels begeleid door groenstroken en opgaande beplanting. Deze groene routes vormen een onderdeel van de stedelijke groene hoofdstructuur.
De bebouwing op het bedrijventerrein varieert van kleine tot zeer grote panden, die vrijwel allemaal zijn georiënteerd op de wegenstructuur en over het algemeen op korte afstand van de straat staan. In het oosten van het bedrijventerrein bevinden zich grootschaligere gebouwencomplexen. Daarnaast zijn grote panden veelal dichtbij de hoofdontsluitingswegen gebouwd. Kleinere panden zijn over het algemeen op achterterreinen en op grotere afstand van de hoofdinfrastructuur gebouwd.
Goot- en bouwhoogte
De bebouwing binnen het plangebied is variabel in hoogte, maar bestaat veelal uit bedrijfshallen met een maximale hoogte van circa 8 meter. De hoogte van de bebouwing is sterk afhankelijk van de functie van de bebouwing, waarop in paragraaf 4.3 nader wordt ingegaan.
De bebouwing binnen het plangebied is hoofdzakelijk zonder kap uitgevoerd, waardoor de goothoogte gelijk is aan de bouwhoogte. Bebouwing met een kap bevindt zich met name aan de historische bebouwingslinten in het plangebied, zoals de Arnhemseweg en de Oude Apeldoornseweg. Daarnaast is ook langs de Zwaanspreng en de Paramariboweg bebouwing met een kap aanwezig.
Ten zuidwesten en ten zuidoosten van de rotonde in de Arnhemseweg/Laan van Malkenschoten, en tevens ter hoogte van een entree van het bedrijventerrein, bedraagt de hoogte van de bebouwing circa 16 tot 20 meter. Binnen het plangebied zijn enkele hoogteaccenten aanwezig. Deze bevinden zich op de hoek van de Kayersdijk/Lange Amerikaweg (15 meter), in de zuidwest oksel van de Laan van Malkenschoten/Oude Apeldoornseweg (16-20 meter) en ter hoogte van de Kayersdijk (15 meter).
Op het bedrijventerrein is een overgang in bouwhoogten waarneembaar. De hoogste bebouwing bevindt zich hoofdzakelijk aan de hoofdontsluitingswegen. De hoogte achter deze bebouwing, veelal aan de secundaire ontsluitingswegen gelegen, neemt af tot een minimale hoogte van circa 3 meter.
De (woon)bebouwing met een kap die in het plangebied aanwezig is, heeft over het algemeen een goothoogte van circa 4 meter en een nokhoogte van circa 8 meter.
Bebouwingsdichtheid
Qua bebouwingsdichtheid is het plangebied op te delen in twee zones. Het bedrijventerrein kent overwegend een hoge bebouwingsdichtheid, doordat op de percelen in het noordoosten, oosten, zuiden en westen van het plangebied omvangrijke bebouwing aanwezig is. In het noorden van het plangebied is een overgangsgebied van het bedrijventerrein naar de noordelijke woonwijk aanwezig. In dit gebied zijn kleinschalige gebouwen op grote percelen aanwezig.
Ontsluiting
Huidige situatie
De Arnhemseweg, Kayersdijk, Laan van Malkenschoten en de Lange Amerikaweg maken deel uit van het hoofdwegennet. Op deze wegen is per rijrichting één rijstrook aanwezig. Ter hoogte van de aansluitingen met andere wegen zijn vaak aparte opstelvakken voor het afslaand verkeer aanwezig. De rijbanen op de Kayersdijk zijn door een brede groenstrook met een dubbele rij bomen gescheiden.
De kruispunten Kayersdijk – noordelijke op-/afritten rijksweg A1, Kayersdijk – Lange Amerikaweg, Kayersdijk – Laan van Malkenschoten worden met verkeerslichten geregeld. Het kruispunt Laan van Malkenschoten – Arnhemseweg is vormgegeven als een tweestrooksrotonde (twee stroken op de rotonde) met één rijstrook/opstelstrook per naderingsrichting. De aanwezige fietspaden langs het hoofdwegennet zijn vrijliggend. Het kruispunt Laan van Malkenschoten – Oude Apeldoornseweg is duidelijk bescheidener in vormgeving, namelijk een enkelstrooksrotonde (één rijstrook op de rotonde) met één rijstrook/opstelstrook per naderingsrichting. De Oude Apeldoornseweg en de wegen op het bedrijventerrein hebben één rijstrook per rijrichting, maar geen aparte opstelvakken voor afslaand verkeer. Aan weerszijden zijn smalle groenstroken aanwezig. Het parkeren concentreert zich hoofdzakelijk op eigen terrein.
Knelpunt
In de huidige situatie treedt op de drie hoofdwegen regelmatig filevorming op tijdens de spitsperioden. In de ochtendspits heeft vooral het verkeer vanaf de A1 naar het bedrijventerrein hier last van. De staart van de file komt regelmatig tot op de A1, met alle daaraan verbonden verkeersveiligheidsproblemen. Als het autoverkeer het kruispunt Kayersdijk - Laan van Malkenschoten gepasseerd is, komt het bij de volgende flessenhals, de rotonde Oude Apeldoornseweg. Ook op de Arnhemseweg treedt er voor de rotonde Arnhemseweg - Laan van Malkenschoten file op (verkeer van Beekbergen naar Apeldoorn en vice versa). De bussen op de OV-as Arnhem - Apeldoorn (vice versa) lopen hierdoor vertraging op.
Behalve bereikbaarheidsproblemen is er met name op de kruispunten sprake van problemen met betrekking tot de verkeersveiligheid. In het overzicht van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland (ROVG) van gevaarlijke kruispunten en wegvakken in Gelderland (2005 t/m 2009) staan de kruispunten Laan van Malkenschoten - Arnhemseweg en Laan van Malkenschoten - Oude Apeldoornseweg respectievelijk op plaats 3 en 6 wat betreft kruispunten in Apeldoorn waar de meeste ongevallen gebeuren (respectievelijk 7 en 6 slachtofferongevallen in de beschouwde periode). Hierbij zijn ook fietsers betrokken.
Toekomstige situatie
Op het bedrijventerrein zijn diverse bedrijven bezig hun activiteiten substantieel uit te breiden. Centraal Beheer Achmea heeft Apeldoorn, locatie Malkenschoten als de hoofdvestiging benoemd. Alle activiteiten uit Apeldoorn worden hier geconcentreerd. De uitgebreide vestiging biedt ook uitgebreide vergaderfaciliteiten. Verder hebben meerdere bedrijven in deze omgeving uitbreidingsplannen en wordt de locatie Visionpark herontwikkeld. Ook de politieacademie aan de Arnhemseweg is, na de uitbreiding van hun opleidingsruimte, bezig haar opleidingsaanbod te verruimen voor het opleiden van politie- en recherchemedewerkers vanuit heel Nederland en zal zich verder ontwikkelen tot hét politie-kenniscentrum van Nederland. De Openbaar Vervoer-as Arnhem - Apeldoorn zal op korte termijn worden doorontwikkeld tot Hoogwaardig Openbaar Vervoer-as, waarbij het versnellen van het openbaar vervoer naar de bedrijven een belangrijke drijfveer is. Deze concentratie van activiteiten betekent echter dat de huidige bereikbaarheidsproblemen voor zowel het openbaar vervoer als het autoverkeer zullen toenemen.
In het zuidwestelijke gebied van Apeldoorn werken zes bedrijven en instellingen (Achmea, Belastingdienst, Gelre Ziekenhuis, Het Kadaster, Politieacademie, Zorgcentrum Apeldoorn) samen met de gemeente Apeldoorn aan een bereikbaarheidsoffensief. In het convenant dat in 2009 is getekend spreken de partijen de intentie uit samen te werken op het gebied van mobiliteitsmanagement. Dit kan uiteenlopen van redelijk eenvoudige maatregelen zoals het verstrekken van goede informatie over het openbaar vervoer naar deze kant van de stad tot het organiseren van grootschaligere maatregelen, bijvoorbeeld in de vorm van het inzetten van gezamenlijke buspendeldiensten.
Conclusie toekomstige situatie
Door de ontwikkelingen die op het terrein van Achmea en op de locatie Visionpark zijn voorzien neemt het aantal verkeersbewegingen van en naar deze locaties toe. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de consequenties van deze ontwikkelingen voor het omliggende wegennet. Als bijlage bij de toelichting is een verkeerskundige analyse opgenomen, waarin de huidige situatie (met knelpunten), de verwachte toekomstige situatie en mogelijke oplossingsrichtingen in beeld zijn gebracht. Uit de verkeerskundige analyse blijkt dat de drie eerder genoemde kruispunten van de Laan van Malkenschoten met de Arnhemseweg, Oude Apeldoornseweg en Kayersdijk qua capaciteit niet voldoen om in 2020 het verkeersaanbod goed te kunnen verwerken. Daarnaast is in dit onderzoek geconcludeerd dat het voor een goede verkeersafwikkeling noodzakelijk is om ook de tussenliggende wegvakken van de Laan van Malkenschoten te verbreden naar 2 x 2 rijstroken. Hierdoor kunnen verstoringen in het verkeersaanbod (die in de praktijk altijd optreden) worden opgevangen, zonder dat deze verstoringen direct tot filevorming leiden. Afslaand verkeer of bijvoorbeeld laden en lossen op de rijbaan zijn voorbeelden van deze verstoringen.
Aanpassingen infrastructuur
In 2011 zijn de beoogde maatregelen voor de kruisingen en wegvakken verkeerskundig geanalyseerd. Hieruit is geconcludeerd dat ter verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid de aanpassingen van de volgende kruisingen en wegvakken noodzakelijk zijn:
De Laan van Malkenschoten is onderdeel van de groene Mal van Apeldoorn: het groene ruimtelijke raamwerk waarbinnen stedelijke ontwikkelingen hun plek krijgen. Met het nieuwe ontwerp voor de Laan van Malkenschoten wordt hier verder invulling aan gegeven. Naast dat de Laan van Malkenschoten een ruimtelijk bindmiddel is voor het bedrijventerrein Malkenschoten, is de laan in eerste plaats de hoofdontsluiting van het gebied. Functionaliteit en de noodzakelijke dimensionering in verband met de verkeersintensiteiten op deze plek is dan ook een belangrijke leidraad voor de uitwerking.
De Laan van Malkenschoten is onderdeel van een langere ontsluitingslus die samen met de Laan van Westenenk een ruimtelijke eenheid vormt: een lijn die zich kenmerkt door zijn functionele opzet met losse boombeplanting en royale bermen ter hoogte van de Laan van Westenenk. Bij de overgang tussen de Laan van Westenenk en de Laan van Malkenschoten verkleurt de ruimtelijke opbouw en de functionele betekenis. De royale zijbermen maken in het nieuwe ontwerp plaats voor een functionele groene middenberm. De tweestrookse Laan van Malkenschoten verandert gezien de hoge verkeersintensiteiten in een vierstrooks weg. De boomstructuur wordt echter doorgezet in een losse setting over het gehele tracé waardoor eenheid in het beeld ontstaat. Gezien de ligging van de laan op een bedrijventerrein is er bijzonder aandacht voor de overgangen tussen openbaar en privé. Er wordt naar gestreefd om te komen tot een uniforme oplossing zodat de ruimtelijke eenheid van de weg verder wordt versterkt. Om de ecologische waarden te kunnen waarborgen binnen het plan wordt er zo weinig mogelijk naar de noordzijde uitgebreid, aangezien de ecologische waarde van de bermen/gronden ten noorden van de bestaande Laan van Malkenschoten hoger is dan de ecologische waarde van de bermen/gronden ten zuiden van de weg (zie ook paragraaf 4.8).
Voor de aanpassing van de kruispunten is reeds een planologische procedure doorlopen en is omgevingsvergunning verleend. In voorliggend bestemmingsplan is een verkeersbestemming opgenomen waarbinnen zowel de nieuwe kruisingen als de verbrede Laan van Malkenschoten passen. Verdubbeling van de Laan van Malkenschoten tot 2 x 2 rijstroken is dus mogelijk op grond van dit bestemmingsplan.
Principeprofiel verbrede Laan van Malkenschoten
Groen
Het bedrijventerrein heeft vanaf de hoofdontsluitingswegen gezien een groene uitstraling. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de groene inrichting van het wegprofiel. Op het bedrijventerrein is wel een overgang van oost naar west waarneembaar. De aanwezigheid van opgaande beplanting en groenvoorzieningen ligt in het westelijk deel van het bedrijventerrein hoger dan in het oostelijk deel. De Oude Apeldoornseweg ligt op de grens van deze overgang.
De Arnhemseweg vormt een entree voor het westelijk deel van het bedrijventerrein vanaf de A50. Deze entree heeft een groene uitstraling door de aanwezigheid van bebossing en laanbeplanting langs de weg. De bebossing wordt onder andere gevormd door het Philipsbosje ter hoogte van de Laan van Malkenschoten en het bos in het zuidwesten van het plangebied dat beschermd is door provinciale richtlijnen (ecologische hoofdstructuur). Daarnaast staat de aanwezige bebouwing op groene percelen.
De oostelijke entree van het bedrijventerrein, gevormd door de Kayersdijk in het zuiden van het plangebied, heeft een groene uitstraling door de aanwezige zij- en middenbermen. Deze bermen zijn, in tegenstelling tot de westelijke entree, voorzien van relatief jonge bomen.
De beleving van het westelijk deel van het bedrijventerrein en het oostelijk deel van het bedrijventerrein is niet vergelijkbaar. Het westelijk deel van het bedrijventerrein heeft een sciencepark-achtige uitstraling door de kantoorachtige grootschalige bebouwing in een groene setting. Het oostelijk deel wordt gekenmerkt door omvangrijke bebouwing (maar kleinschaliger dan in het westelijk deel) in een gebied met een stenig karakter. Ruimte voor groen op eigen terrein is nauwelijks aanwezig, omdat buitenopslag, bedrijfshallen en parkeergelegenheid gezien de bedrijfsvoering een hogere prioriteit hebben.
De Laan van Malkenschoten, die een verbinding vormt tussen het oostelijk en westelijk deel van het bedrijventerrein, typeert het voorgaande. In oostelijke richting is steeds minder ruimte voor groen en opgaande beplanting. Aan de Laan van Malkenschoten is jonge laanbeplanting aanwezig. Deze laanbeplanting is aangebracht waar dat mogelijk was. Op een aantal plaatsen is laanbeplanting niet mogelijk omdat de groenstrook niet breed genoeg is of vanwege het feit dat een bedrijfsperceel nagenoeg aan de openbare weg grenst.
Bebouwd gebied
In het zuidoosten van het plangebied, ter hoogte van de entree vanaf de A1, is het opvallend dat het straatbeeld wordt overheerst door de buitenterreinen van de bedrijven. Vanaf de rijksweg A1 is de bedrijfsbebouwing, gezien de beperkte hoogte en de aanwezigheid van een groenzone, vrijwel niet waarneembaar.
Van braakliggende terreinen is binnen het plangebied nagenoeg geen sprake. Wel zijn binnen het bedrijventerrein bedrijven aanwezig die, in verhouding tot de bebouwing, veel ruimte voor buitenopslag of parkeren hebben. Ook staan enkele bedrijfspanden momenteel leeg. Bij eventuele initiatieven in de toekomst, bijvoorbeeld bij vervangende nieuwbouw of functieveranderingen, kan het wenselijk zijn om de onbebouwde terreinen te bebouwen. Dit mag echter niet ten koste gaan van de parkeermogelijkheden.
Vanaf de hoofdontsluitingsroutes naar de achterliggende terreinen is een lichte afname in bebouwingshoogte waarneembaar. Deze hoogteverschillen betreffen vaak enkele meters. Een vergroting van de contrasten tussen bebouwing langs hoofdontsluitingswegen en secundaire wegen kan als passend worden gezien.
De buffer tussen het bedrijventerrein en het woongebied ten noorden van het bedrijventerrein wordt hoofdzakelijk gevormd door een gemengd gebied. In dit gebied is sprake van een lagere bebouwingsintensiteit en veel open ruimten. Gezien de ligging van het gebied, tussen een woongebied en een bedrijventerrein, is een toekomstige herontwikkeling naar wonen, werken of een combinatie van wonen en werken denkbaar.