direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Malkenschoten-Kayersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1002-vas1

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 bijzondere boom

33.1.1 Aanduidingsregels

Ter plaatse van de aanduiding 'bijzondere boom' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van bijzondere bomen.

33.1.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'bijzondere boom' dient de afstand van bebouwing tot het hart van de als zodanig aangewezen boom tenminste 10 meter te bedragen.

33.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 33.1.2 bepaalde ten behoeve van het verkleinen van de genoemde afstand tot ten minste 5 meter uit het hart van de boom, mits dit geen wezenlijke negatieve gevolgen heeft voor de boom.

33.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning binnen een afstand van 5 meter uit het hart van een :

    • 1. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen;
    • 2. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
    • 3. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
    • 4. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
    • 5. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben.

  • b. Uitzonderingen vergunningplicht

Het in sublid 33.1.4 onder a opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

    • 1. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    • 3. als bedoeld in sublid 33.1.4 onder a sub 5, voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.

  • c. Beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de bijzondere boom niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die boom niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

33.2 geluidzone - industrie
33.2.1 Aanduidingsregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidsgevoelige bebouwing als gevolg van het industrielawaai.

33.2.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is het -met uitzondering van herbouw ten behoeve van een bestaande geluidsgevoelige functie- niet toegestaan om gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen ten behoeve van niet-geluidsgevoelige functies om te zetten in het gebruik van gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies.

33.3 veiligheidszone - bevi

33.3.1 Aanduidingsregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is het vestigen van kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet toegestaan, tenzij het kwetsbare object deel uitmaakt van de betreffende risicovolle inrichting.
  • b. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. Het beperkt kwetsbare object betreft een industriële functie waar maximaal 1 persoon per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak werkzaam is en waarbij geen sprake mag zijn van de aanwezigheid van verminderd zelfredzame personen; of
    • 2. Het beperkt kwetsbare object betreft een opslaggebouw; of
    • 3. het beperkt kwetsbare object maakt deel uit van de betreffende risicovolle inrichting.

33.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' te wijzigen, indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent externe veiligheid dan wel vanwege een verandering in de feitelijke situatie mogelijk of noodzakelijk is.

33.4 veiligheidszone - lpg

33.4.1 Aanduidingsregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het vestigen van kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet toegestaan, tenzij het kwetsbare object deel uitmaakt van de betreffende risicovolle inrichting.
  • b. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. Het beperkt kwetsbare object betreft een industriële functie waar maximaal 1 persoon per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak werkzaam is en waarbij geen sprake mag zijn van de aanwezigheid van verminderd zelfredzame personen; of
    • 2. Het beperkt kwetsbare object betreft een opslaggebouw; of
    • 3. het beperkt kwetsbare object maakt deel uit van de betreffende risicovolle inrichting.

33.4.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen, indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent externe veiligheid dan wel vanwege een verandering in de feitelijke situatie mogelijk of noodzakelijk is.