Plan: | Bestemmingsplan Beekbergsebroek - Biezematen |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1043-von1 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 17 en de algemene aanduidingsregels van artikel 19 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 11.4 genoemde ontheffingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Hoofdgebouwen | 600 m3 | 4 m | - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld - per bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' is één hoofdgebouw toegestaan, - per hoofdgebouw is één woning toegestaan - de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m - de afstand van een op te richten hoofdgebouw tot bestaande kassen bedraagt ten minste 30 m |
|
Bijgebouwen en overkappingen | 75 m2 per hoofdgebouw | 3 m | 5 m | -voor het bepalen van de oppervlakte worden alle op het perceel aanwezige gebouwen, niet zijnde het hoofdgebouw, meegeteld -bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht (11.4.1b) - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | ||||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | -de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (11.4.1c) | ||
- antenne-installaties | 15 m | |||
- zwembaden | 75 m² per hoofdgebouw |
0,5 m | ||
- paardenbakken | 2 m | -per hoofdgebouw mag 1 paardenbak worden aangelegd, ten minste 5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde hiervan - de afstand van een paardenbak tot (bedrijfs)woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter |
||
- overig | 2 m | - uitsluitend in samenhang met een ontheffing als bedoeld in lid 11.6.1 onder a z ijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een tennisbaan toegestaan tot een hoogte van ten hoogste 5 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 22.1 opgenomen procedureregels van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 11.2 bepaalde:
Ontheffingen als bedoeld in dit lid kunnen alleen worden verleend voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Op het verlenen van ontheffingen zijn de in artikel 22.1 opgenomen procedureregels van toepassing.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 18 en de algemene aanduidingsregels van artikel 19 gelden de volgende specifieke regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 11.5 bepaalde voor de aanleg van en het gebruik van gronden als tennisbaan, mits:
Ontheffingen als bedoeld in dit lid kunnen alleen worden verleend voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Op het verlenen van ontheffingen zijn de in artikel 22.1 opgenomen procedureregels van toepassing.